Het eerste speerpunt van het team Continu Verbeteren van Borgesius is het terugdringen van materiaalverlies tijdens het productieproces of daarna. "In een bakkerij gaat in vier fasen materiaal verloren: voor de oven, na de oven, door overgewicht en door zogeheten 'overbrood'."

Voor de oven kan er meel uit een zak of deeg van een transportband vallen. Ook een storing van een transportband of de oven kan voor materiaalverlies zorgen. Na de oven kan er bij het snijden of het inpakken brood of bijvoorbeeld krentenstollen of eierkoeken verloren gaan, bijvoorbeeld als een verpakking scheurt. Uythoven: "Deze afwijkingen zijn soms simpel op te lossen met een hulpmiddel, een andere opstelling bij de machines of een aangepaste instructie en training."

Van Overgewicht is sprake als een brood meer ingrediënten bevat dan het wettelijke minimum volgens de Broodwet. "Meer afwegen dan wettelijk nodig is, betekent verlies voor de bakkerij. We zoeken dus naar een optimum tussen wat minimaal nodig is en de accuratesse die ons proces aankan. Dit monitoren we ook door het gewicht van input en output te vergelijken. Soms is een root cause analyse nodig om de grondoorzaak te achterhalen."

Overbrood duidt te veel gebakken brood aan. Uythoven: "Wij bakken volgens bepaalde bakvensters, tijdslots en volgorde. Dit doen we op een prognose van de AH-winkels. Maar tijdens het bakken komen de definitieve bestellingen per winkel binnen, en die wijken bijna altijd af. Tussen onze bakkerijen en de diverse winkels wordt er dan een optimum gezocht, maar soms blijft er toch brood over. Dat noemen we overbrood. Dit proberen we op te lossen door de prognoses te optimaliseren en ook door in een slimme volgorde te bakken en te testen of dat werkt."